Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft onlangs geoordeeld dat de lening van 3 miljard euro die Air France in 2020 van de Franse overheid ontving, samen met de staatsgarantie van 90 procent voor een lening van 4 miljard euro, onterecht zijn toegekend. Dit nieuws is op woensdag naar buiten gebracht en werpt een schaduw op de financiële steun die de luchtvaartmaatschappij heeft ontvangen tijdens de COVID-19-pandemie.
Het besluit van het Hof van Justitie komt nadat concurrenten van Air France een klacht hadden ingediend bij de Europese Commissie. Zij beweerden dat de financiële steun van de Franse overheid de concurrentie op de markt verstoort en in strijd is met de Europese regels voor staatssteun.
Onderzoek naar concurrentievervalsing
Het arrest van het Hof van Justitie bevestigt de bevindingen van de Europese Commissie, die eerder concludeerde dat de lening en staatsgarantie inderdaad neerkwamen op oneerlijke concurrentie. Air France heeft volgens de Europese regels voor staatssteun namelijk geen recht op een dergelijke financiële injectie zonder dat er sprake is van een zorgvuldige beoordeling van de gevolgen voor de concurrentie op de markt.
Het onderzoek naar de concurrentievervalsing is gestart nadat het moederbedrijf van KLM, de Nederlandse luchtvaartmaatschappij, bekendmaakte dat het geen financiële steun van de Nederlandse overheid zou ontvangen. Dit leidde tot verontwaardiging bij KLM, die beweerde dat het hierdoor in een nadelige positie werd geplaatst ten opzichte van Air France.
Terugbetaling van de lening en staatsgarantie
Als gevolg van de uitspraak van het Hof van Justitie zal Air France de lening van 3 miljard euro en de staatsgarantie van 90 procent moeten terugbetalen aan de Franse overheid. Dit zal ongetwijfeld een aanzienlijke financiële last met zich meebrengen voor de luchtvaartmaatschappij, die al zwaar getroffen is door de gevolgen van de pandemie.
De terugbetaling van de lening en staatsgarantie zal naar verwachting leiden tot een herstructurering van Air France, waarbij kostenbesparingen en mogelijk zelfs banenverlies niet uitgesloten zijn. Het is echter nog onduidelijk hoe de Franse overheid zal reageren op de uitspraak van het Hof van Justitie en welke maatregelen zij zal nemen om de gevolgen voor de luchtvaartmaatschappij en haar werknemers te verzachten.
Toekomstige gevolgen voor financiële steun in de luchtvaartsector
De uitspraak van het Hof van Justitie heeft mogelijk ook bredere gevolgen voor de financiële steun die andere luchtvaartmaatschappijen hebben ontvangen tijdens de COVID-19-crisis. Het arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de concurrentie-effecten van dergelijke steunmaatregelen en kan andere lidstaten aansporen om hun steunregelingen opnieuw te evalueren.
Het is duidelijk geworden dat de Europese Commissie strengere maatregelen zal nemen om ervoor te zorgen dat de financiële steun aan luchtvaartmaatschappijen in overeenstemming is met de Europese regels voor staatssteun. Dit kan leiden tot een meer gelijk speelveld voor alle spelers in de luchtvaartsector en een eerlijkere concurrentieomgeving.
Onzekerheid voor Air France en de luchtvaartsector
De uitspraak van het Hof van Justitie heeft geleid tot aanzienlijke onzekerheid voor Air France en de bredere luchtvaartsector. Het is nog onduidelijk hoe de Franse overheid zal reageren op de terugbetaling van de lening en staatsgarantie, en welke gevolgen dit zal hebben voor de toekomst van de luchtvaartmaatschappij.
Daarnaast zal de uitspraak van het Hof van Justitie ook de concurrentieverhoudingen in de luchtvaartsector beïnvloeden. Andere luchtvaartmaatschappijen zouden kunnen overwegen om soortgelijke klachten in te dienen bij de Europese Commissie, wat kan leiden tot meer onderzoeken naar mogelijke concurrentievervalsing.
Al met al zal de uitspraak van het Hof van Justitie een aanzienlijke impact hebben op Air France en mogelijk ook op de bredere luchtvaartsector. De gevolgen van deze uitspraak zullen de komende maanden duidelijk worden, naarmate de Franse overheid reageert en verdere stappen worden genomen om de concurrentievervalsing aan te pakken.